Namen en initialen in APA-stijl

Als je de literatuurlijst in APA-stijl opmaakt, gebruik je de initialen en achternamen van auteurs. Je vermeldt dus niet hun volledige naam. In de lopende tekst gebruik je alleen de achternaam bij verwijzingen, zonder initialen. Best ingewikkeld dus! Binnen de APA-stijl gelden dan ook diverse regels voor hoe je naar auteurs verwijst. Zet je iemand met de achternaam De Vries bijvoorbeeld bij de ‘D’ van ‘de’ of bij de ‘V’ van ‘Vries’? Over al dat soort praktische regels gaat dit artikel.

De basisregel is dat je in de literatuurlijst begint met de achternaam van de auteur, gevolgd door een komma en dan de initialen. Je noemt dus niet de voornaam van de auteur en ook geen titels als ‘Mr.’ of ‘Dr.’.

Correct is dus:

• Barelds, D. P. H., Dijkstra, P., & Dijkstra, A. (2019). Inleiding tot de psychologie. Boom Uitgevers.
• Inchauspé, J. (2022). Glucose revolutie. Fontaine Uitgevers.

Niet correct is:

• Barelds, Dick, Dijkstra, Pieternel, & Dijkstra, Arie. (2019). Inleiding tot de psychologie. Boom Uitgevers.
• Inchauspé, Jessie. (2022). Glucose revolutie. Fontaine Uitgevers.

In de lopende tekst verwijs je altijd alleen met achternamen naar de auteurs. Ook hier gebruik je geen titels als ‘Dr.’ of ‘Prof.’ en geen voornamen.

Correct is dus:

• Volgens Klaassens (2017) is zelfstandig werken op jonge leeftijd al cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen.
• Van Dalen en De Vries (2015) deden onderzoek naar de aanwezigheid van sociale angst in een groep van duizend 6vwo-leerlingen.

Niet correct is:

• Volgens Mathijs Klaassens (2017) is zelfstandig werken op jonge leeftijd al cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen.
• Prof. Van Dalen en Dr. De Vries (2015) deden onderzoek naar de aanwezigheid van sociale angst in een groep van duizend 6vwo-leerlingen.

Let op: hebben twee auteurs van verschillende bronnen dezelfde achternaam? Dan gebruik je in de lopende tekst wel een voorletter om onderscheid te maken. In de praktijk komt dit niet vaak voor.

Zowel in het Nederlands als in andere talen komen tussenvoegsel tussen een voor- en achternaam regelmatig voor. Bekende tussenvoegsels zijn bijvoorbeeld ‘van’, ‘van der’ of ‘de’ in het Nederlands en in andere talen zijn onder andere ‘el’, ‘la’ en ‘da’ tussenvoegsels die vaker voorkomen.

Deze tussenvoegsels zijn onderdeel van iemands achternaam. Daarom gebruik je bij de verwijzing altijd de achternaam inclusief het tussenvoegsel. Het tussenvoegsel zet je vóór de achternaam en schrijf je met een hoofdletter. Die regel geldt zowel voor de literatuurlijst als voor de verwijzingen in de tekst.

Correct is dus:

• Van Charldorp, T. C. (2012). From police interrogation to police record. Uitgeverij Boxpress.
• In haar proefschrift stelt Van Charldorp (2012) dat…

• Van den Heuvel (2013) beschrijft in zijn rapport dat…

De literatuurlijst sorteer je op alfabetische volgorde. Daarbij neem je het tussenvoegsel als onderdeel van de achternaam. Het proefschrift van Van Charldorp zet je bijvoorbeeld in de literatuurlijst bij de “v” van “Van”.

Heeft iemand een dubbele voornaam met een streepje? Dan zet je het streepje ook bij de initialen. Bij een dubbele voornaam zonder streepje is dat niet nodig en zet je gewoon punten tussen de initialen.

Ter illustratie:

• Jan-Willem de Vries wordt in de literatuurlijst “De Vries, J.-W.”.
• Jacqueline Maria Jacobs wordt in de literatuurlijst “Jacobs, J. M.”.

Heeft iemand een dubbele achternaam met tussenvoegsel? In dat geval krijgt het tussenvoegsel bij de tweede achternaam geen hoofdletter. Dat ziet er bijvoorbeeld als volgt uit:

• Van Leeuwen-de Vries, P. K. (2000)...
• Van Leeuwen-de Vries is van mening dat…

Zoals je ziet komen er bij de bronvermelding veel regels om de hoek kijken. Wil je zeker weten dat je alle namen en verwijzingen correct hebt opgenomen? Laat dan je bronnen checken door onze AthenaCheck-editors. Zij kijken je literatuurlijst voor een klein bedrag per bron nauwkeurig na. Zo glipt er geen enkel foutje doorheen.