- Starten met je scriptie in 7 stappen
- 1. Opdrachtgever of stageplek kiezen (optioneel)
- 2. Afspraak met je scriptiebegeleider
- 3. Starten met je scriptie - vooronderzoek (voor onderwerpkeuze)
- 4. Probleemstelling en doelstelling(en)
- 5. Hoofdvraag en deelvragen
- 6. Onderzoeksopzet
- 7. Plan van aanpak
- En dan: starten met je scriptie!
- Een scriptie zonder taalfouten? Dat kan!
Starten met je scriptie vraagt om de nodige voorbereidingen. Zo moet je een onderwerp kiezen, je onderzoeksvragen helder krijgen en bepalen hoe je je onderzoek gaat opzetten. Hoe pak je dat allemaal goed aan voor een vliegende start? Dit stappenplan voor starten met je scriptie schrijven helpt je op weg.
Starten met je scriptie in 7 stappen
Starten met je scriptie schrijven doe je niet in 1 dag. Daar gaat meer werk aan vooraf. Een scriptie schrijven is immers wat anders dan een essay van vijf A4’tjes. Een scriptie (ook wel: thesis) is uitgebreider, je werkt er een paar maanden tot een half jaar of soms zelfs een jaar aan, en je krijgt er veel studiepunten voor.
Wat ook uniek is aan een scriptie, is dat je zelf je onderzoeksmethode kiest en verantwoordt. In de scriptie doe je verslag van je uitgevoerde onderzoek, de resultaten en de conclusies die je daaraan verbindt. Daarnaast leg je een link met bestaande literatuur.
Veel werk? Dat wel. Maar met de juiste voorbereiding kom je een heel eind. Deze 7 stappen geven een voorbeeld van hoe jij kunt starten met je scriptie schrijven.
1. Opdrachtgever of stageplek kiezen (optioneel)
Dit is niet altijd nodig. Maar vooral bij hbo-scripties zie je vaak dat je je scriptie schrijft in opdracht van een stageplek of opdrachtgever. Je bepaalt je scriptie-onderwerp dan samen met je opdrachtgever of stageplek.
Ga jij je scriptie voor een bedrijf of organisatie schrijven? Ga op tijd op zoek naar opdrachtgevers die je aanspreken en wacht niet te lang met het benaderen van een mogelijke opdrachtgever.
Wel/niet voor een opdrachtgever schrijven?
Op de universiteit is van een opdrachtgever niet altijd sprake. Vaak schrijf je je scriptie als universitair student voor de universiteit en de scriptiebegeleider. Al heb je soms alsnog de keuze om je onderzoek voor een opdrachtgever te doen.
Houd bij je keuze rekening met het volgende:
- Een scriptieonderzoek voor een opdrachtgever is meer afgebakend. Zowel qua onderwerp als qua methode. Dit kan fijn zijn, maar het beperkt je ook. Een scriptie voor de universiteit schrijven geeft je meer vrijheid.
- Je bijt je een aantal maanden vast in je scriptie. Dus ga bij jezelf na of je dit bedrijf of deze organisatie interessant genoeg vindt om je er zo lang mee bezig te houden.
- Op de universiteit moet je scriptie een wetenschappelijke insteek hebben; de resultaten moeten voor de opdrachtgever én voor de wetenschap nuttig zijn.
2. Afspraak met je scriptiebegeleider
Of je je scriptie nu schrijft voor een opdrachtgever of niet, je zult altijd een scriptiebegeleider aangewezen krijgen van je onderwijsinstelling. Plan als eerste stap een afspraak in met je scriptiebegeleider. Die begeleider krijg je meestal toegewezen. Soms mag je zelf iemand kiezen die bij je onderwerp past.
Bedenk vóór het gesprek of je vragen hebt voor je begeleider. Denk ook alvast na wat je van je begeleider nodig hebt. Heb je bijvoorbeeld motivatieproblemen? Vraag of je je begeleider regelmatig kunt spreken. Dat is soms een fijne stok achter de deur. Maak eventueel afspraken over hoe vaak jullie elkaar ontmoeten en wat de eerste deadlines zijn.
3. Starten met je scriptie - vooronderzoek (voor onderwerpkeuze)
In welk onderwerp ga jij je de komende tijd vastbijten? Starten met je scriptie vraagt om een onderwerpkeuze. Dit moet een onderwerp zijn dat jij interessant genoeg vindt om je maandenlang in vast te bijten. Ook moet het onderwerp helder en goed afgebakend zijn.
Vooral als je zelf een onderwerp bedenkt, is voor het starten met je scriptie vooronderzoek heel belangrijk. Je gaat daarbij na wat er al over dit onderwerp is geschreven en waarover nog weinig bekend is. Misschien is er een gat in de literatuur, waarop jij kunt inspelen.
Overigens gebeurt het weleens dat je universiteit of opdrachtgever al een onderwerp aandraagt. In dat geval doe je het vooronderzoek met name voor jezelf om te kijken of dit onderwerp echt iets voor jou is.
Bekijk ook onze handige tips voor een scriptie-onderwerp kiezen.
4. Probleemstelling en doelstelling(en)
Heb je je scriptie-onderwerp helder? Dan is het een kwestie van problemen zoeken. Dat zit als volgt: rond jouw onderwerp is er waarschijnlijk een probleem dat opgelost moet worden. Jouw onderzoek is bedoeld om die oplossing te vinden.
Een probleem kan iets praktisch zijn, zoals wanneer je stagebedrijf tegen iets aanloopt in hun bedrijfsvoering en daar een oplossing voor wil hebben. Het kan ook meer wetenschappelijk zijn. In dat geval is er bijvoorbeeld een vraag waar de wetenschap nog geen antwoord op heeft. Je gaat dan niet zozeer een probleem verhelpen, maar eerder een antwoord vinden op een nog onbeantwoorde vraag.
Je probleemoriëntatie bestaat uit twee onderdelen:
- Probleemstelling: voor welk probleem ga jij een oplossing vinden of welk gat in de literatuur wil je dichten?
- Onderzoeksdoelstelling(en): wat maakt het zo belangrijk om hier onderzoek naar te doen en wat moet het onderzoek opleveren?
5. Hoofdvraag en deelvragen
Om te starten met je scriptie heb je nog ook onderzoeksvragen nodig: één heldere hoofdvraag en bijpassende deelvragen. De hoofdvraag is de onderzoeksvraag die centraal staat in je scriptie. Je hele onderzoek is gericht op het beantwoorden van die vraag.
Nu is de hoofdvraag vaak wat te groot om in één keer te beantwoorden. Daarom splits je de hoofdvraag op in deelvragen. Door elk van de deelvragen één voor één te beantwoorden, kom je dichterbij het antwoord op je hoofdvraag.
De deelvragen kunnen zowel theoretisch als praktisch zijn. Voor praktische deelvragen doe je zelf praktijkonderzoek (bijvoorbeeld via enquêtes); voor theoretische deelvragen verdiep je je in bestaande literatuur.
Overigens zijn bij sommige scripties deelvragen niet nodig. Het kan zijn dat je dan hypotheses in plaats van deelvragen opstelt.
6. Onderzoeksopzet
Hoe ga je de antwoorden op de deelvragen en de hoofdvraag achterhalen? Dit maak je duidelijk in je onderzoeksopzet. Hierin beschrijf je de onderzoeksmethode(n) die je gaat gebruiken. Die methoden kunnen zowel kwantitatief (zoals bij enquêtes met gesloten vragen of een experiment) als kwalitatief (zoals bij interviews) zijn.
Daarnaast ga je in de onderzoeksopzet in op de details van je onderzoek en onderbouw je je gemaakte keuzes. Daarbij ga je in op vragen als:
- Gebruik je bestaande data of verzamel je zelf data?
- Hoe groot moet je steekproef zijn?
- Hoe kom je aan je respondenten?
- Wie ga je precies ondervragen?
- Hoe houd je rekening met de betrouwbaarheid en validiteit van je onderzoek?
7. Plan van aanpak
Heb je alle bovenstaande stappen doorlopen om te kunnen starten met je scriptie schrijven? Dan voeg je alles samen in een plan van aanpak. Meestal is zo’n plan verplicht vanuit je opleiding voordat je officieel van start mag gaan met je onderzoek. Ook als het niet verplicht is, doe je er goed aan zo’n plan te maken. Met alle afspraken helder op papier voorkom je onduidelijkheden of discussies later in het proces.
Eventueel kun je bij je plan van aanpak een planning maken voor je onderzoek. Dat is niet altijd een vereiste, maar is altijd prettig voor jezelf om te weten wanneer je wat af moet hebben.
En dan: starten met je scriptie!
Het plan van aanpak leg je voor aan je scriptiebegeleider en (als je die hebt) aan je opdrachtgever. Zij gaan het beoordelen. Zodra je akkoord hebt gekregen op je plan, is het moment daar: jij kunt gaan starten met je scriptie.
Een scriptie zonder taalfouten? Dat kan!
Is spelling niet je sterkste kant? Of vind je het gewoon fijn als iemand je scriptie nog eens naleest op gekke formuleringen, typfouten of structuur-punten die beter kunnen? De editors van AthenaCheck helpen je graag aan een foutloze scriptie.