In het nawoord kijk je terug op het schrijven van je scriptie en het onderzoek dat je hebt gedaan. In dit hoofdstuk deel je hoe je deze periode hebt ervaren, benoem je wat je hebt geleerd en kun je eventueel ook mensen bedanken die je hebben geholpen tijdens het schrijfproces. Lees hieronder wat wel en niet in het nawoord van een scriptie hoort.
Wat staat er in het nawoord van een scriptie?
Het nawoord is bedoeld ter reflectie op het schrijven van je scriptie. Je gaat in op hoe je dit proces hebt ervaren. Daarbij kun je bijvoorbeeld antwoord geven op de volgende vragen:
- Wat heb je geleerd van het schrijven van je scriptie?
- Wat ging er goed en waar liep je juist tegenaan?
- Wat zou je de volgende keer anders aanpakken?
- Hoe verliep de samenwerking met anderen (als je je scriptie samen hebt geschreven)?
- Ben je door het onderzoek anders gaan kijken naar de onderzoeksvraag of naar het onderzoeksonderwerp?
Daarnaast kun je eventueel mensen bedanken in het nawoord. Doe dit alleen als je in het voorwoord nog geen mensen hebt bedankt. Anders wordt het dubbelop.
Als je een nawoord hebt, dan staat dat altijd vóór de literatuurlijst en na je conclusie en discussie (en eventuele aanbevelingen).
Is een nawoord schrijven verplicht?
Dit verschilt per studie. Sommige studies stellen een nawoord verplicht voor elke scriptie; andere studies laten die keuze over aan de student. Daarnaast zijn er begeleiders die strikt vragen om alleen een voorwoord en geen nawoord te schrijven.
Bij sommige opleidingen zie je in plaats van een nawoord een reflectiehoofdstuk. Daarin ga je specifiek in op het schrijfproces en het proces van onderzoek doen. In de reflectie is het niet de bedoeling om mensen te bedanken, maar reflecteer je alleen op je eigen ervaringen.
Schrijftips voor het nawoord
Ga je een nawoord schrijven? Deze tips helpen je daar wellicht bij:
- Schrijf het nawoord altijd in de ik-vorm. Zorg dat het persoonlijk, dus vanuit jou, geschreven is.
- Blijf tegelijkertijd wel professioneel. Houd altijd de academische schrijfstijl aan en wijd bijvoorbeeld niet te veel uit over strubbelingen die er niet zoveel toedoen.
- Ga uit van zo’n 3-4 alinea’s.
- Bespreek in je nawoord niet eventuele beperkingen aan je onderzoek. Die geef je een plek in de discussie.
- Ga niet inhoudelijk in op het onderzoek. Je onderzoeksbevindingen bespreek je al in het resultatenhoofdstuk. Het is niet de bedoeling dat je in het nawoord extra informatie over het onderwerp geeft.
- Eindig het nawoord met je voor- en achternaam en de datum op het moment van schrijven.
Informeer verder bij je scriptiebegeleider naar de eisen van jouw opleiding voor het nawoord. Sommige opleidingen of begeleiders hebben hier specifieke richtlijnen voor.
Je scriptie nog eens laten nakijken?
Ben je, na het schrijven van het nawoord, eindelijk klaar met je scriptie? Misschien vind je het fijn als een expert nog eens kritisch door je hele scriptie heen gaat voor een check op taal, structuur en rode draad.
Goed nieuws: onze editors doen dit graag voor je. We kijken met alle plezier je scriptie voor je na, zodat jij die straks met een gerust hart kunt inleveren.