Als je onderzoek doet, dan is het belangrijk dat je zorgt voor reproduceerbaarheid en repliceerbaarheid. Wat is reproduceerbaarheid? Wat is repliceerbaarheid? Hoe krijg je het voor elkaar dat je onderzoek zowel reproduceerbaar als repliceerbaar is? Daar helpen wij je met dit artikel bij.
Wat zijn reproduceerbaarheid en repliceerbaarheid?
Reproduceerbaarheid betekent dat je een eerder uitgevoerd onderzoek met exact dezelfde data en volgens dezelfde methode opnieuw uitvoert om daarmee tot dezelfde resultaten te komen. Dit laat zien dat het onderzoek goed is uitgevoerd en dat de analyse correct is.
Repliceerbaarheid betekent dat je het onderzoek herhaalt volgens dezelfde methode, maar met een nieuwe dataset, en daarbij tot dezelfde resultaten komt. Als dat het geval is, wijst dat op een betrouwbaar onderzoek.
Een onderzoek dat reproduceerbaar is, is niet per definitie ook repliceerbaar. Het kan voorkomen dat je met een nieuwe dataset tot andere resultaten komt. Dat maakt het onderzoek niet-repliceerbaar.
Waarom zijn reproduceerbaarheid en repliceerbaarheid belangrijk?
Het is belangrijk dat anderen je uitgevoerde onderzoek kunnen herhalen met dezelfde data (reproduceren). Dat toont aan dat de gevonden resultaten betrouwbaar zijn. De kans dat jouw onderzoek reproduceerbaar is, is groter als je een doordachte onderzoeksmethode gebruikt en ervoor zorgt dat (als je met meerdere onderzoekers werkt) verschillende onderzoekers op dezelfde manier werken.
Daarnaast is repliceerbaarheid belangrijk, omdat jouw gevonden resultaten niet altijd representatief hoeven te zijn voor elke situatie. Om zeker te weten dat je resultaten geen toevalstreffer zijn, wil je laten zien dat jouw onderzoek repliceerbaar is. Dat betekent dat een volgende onderzoeker met een andere dataset tot soortgelijke uitkomsten komt.
Hoe zorg je ervoor dat je onderzoek reproduceerbaar en repliceerbaar is?
De belangrijkste stap voor reproduceerbaarheid en repliceerbaarheid is dat je in het methodehoofdstuk duidelijk beschrijft hoe je het onderzoek hebt uitgevoerd. Wees daarbij heel concreet. Geef bijvoorbeeld aan waar je het onderzoek hebt afgenomen, waarom je voor een bepaalde onderzoeksmethode hebt gekozen en hoe je de steekproef hebt geselecteerd. Beschrijf verder elke stap van de onderzoeksprocedure en geef ook aan wat je hebt gedaan om de betrouwbaarheid en validiteit te vergroten.
Vergeet verder niet om enquêtes, interviewtranscripten of gebruikte onderzoeksprotocollen in de bijlagen op te nemen.
Verder is het belangrijk dat je zorgvuldig te werk gaat. Zorg er bijvoorbeeld voor dat verschillende onderzoekers op dezelfde manier te werk gaan voor je onderzoek. Een onderzoeksprotocol kan daarbij helpen.
Zijn er dingen anders gelopen dan gehoopt of is er iets gebeurd wat de resultaten misschien heeft beïnvloed? Vermeld dat dan in de suggesties voor vervolgonderzoek in het discussiehoofdstuk.
Waar moet je nog meer opletten voor je onderzoek?
Al bij het maken van je onderzoeksplan moet je allerlei keuzes maken over het onderzoek dat je gaat uitvoeren. De keuzes die je maakt, zijn onder andere belangrijk voor de repliceerbaarheid en reproduceerbaarheid. Verdiep je daarom goed in de verschillende onderzoeksmethodes, maak een correcte data-analyse en lees je in de onderwerpen betrouwbaarheid en validiteit in. Dan kun je je onderzoek op de juiste manier uitvoeren.