Interpunctie in je scriptie

Dubbele punt, puntkomma en komma

De dubbele punt, puntkomma en komma zorgen bij veel Nederlanders voor verwarring. Dat geldt ook als je je scriptie gaat schrijven. Interpunctie (leestekens) goed gebruiken is nog best een uitdaging. Wanneer gebruik je een puntkomma? Wanneer heb je een dubbele punt nodig? Op welke momenten is een komma het juiste leesteken? Wij leggen je precies uit hoe dit zit, inclusief handige voorbeelden.

Wanneer gebruik je een dubbele punt?

Een dubbele punt staat vaak voor een opsomming, definitie of toelichting. Je kunt het dan zien als uitleg bij het zinsdeel ervoor. Verder staat een dubbele punt vaak vóór een citaat.

Een handig ezelsbruggetje is dat je de dubbele punt kunt zien als het woord ‘als volgt’ of ‘het volgende’.

Dit zijn een paar voorbeelden van zinnen met een dubbele punt:

  • Voor dit onderzoek hebben we de doelgroep in drie groepen verdeeld: één groep kreeg de oude site te zien, één groep zag de vernieuwde site met aanpassing 1 en één groep zag de vernieuwde site met aanpassing 1 en 2. (opsomming)
  • In dit onderzoek verstaan we onder een gebrek aan zelfvertrouwen het volgende: een persoon staat niet stevig in zijn schoenen en heeft veel bevestiging van anderen nodig. (definitie/uitleg)
  • Daarom is het RIVM in het leven geroepen: het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (definitie/uitleg)
  • De krapte op de woningmarkt is groter dan ooit: er is twee keer zoveel meer vraag naar woningen dan dat er woningaanbod is. (uitleg)
  • Pietersen en Klaassen verwoorden het als volgt: “Het is onomstotelijk bewezen dat roken slecht is voor je gezondheid.” (citaat)

Na de dubbele punt gebruik je in principe altijd een kleine letter. Wel gelden er drie uitzonderingen op die regel. Je gebruikt na de dubbele punt een hoofdletter…

  • …als na de dubbele punt een opsomming met bullet points volgt van hele zinnen (elke zin begint dan met een hoofdletter en eindigt met een punt);
  • …als na de dubbele punt een naam volgt die altijd met een hoofdletter begint;
  • …als na de dubbele punt een citaat staat van een hele zin.

Wanneer gebruik je puntkomma?

Een puntkomma gebruik je meestal tussen twee hoofdzinnen. Met de puntkomma geef je aan dat de twee zinnen nauw met elkaar samenhangen zonder het verband met een voegwoord (‘zoals’, ‘omdat’, etc.) duidelijk te maken. Dat zie je onder meer in onderstaande voorbeelden:

  • De opkomst viel tegen; in totaal zijn tien van de vijftien proefpersonen geïnterviewd.
  • De tekorten op de arbeidsmarkt namen begin 2022 verder toe; begin 2021 was er nog sprake van een grote werkloosheid.

Een puntkomma kan soms de leesbaarheid vergroten; het leest prettiger dan twee korte zinnen na elkaar die beiden eindigen op een punt. Alleen als zinnen aan de lange kant zijn, is het voor de leesbaarheid beter om er twee losse zinnen van te maken.

Daarnaast gebruik je de puntkomma bij opsommingen van zinsdelen. Elk deel van de opsomming eindigt dan met een puntkomma. Alleen het laatste deel van de opsomming eindigt op een punt. Dat zie je onder andere in het voorbeeld hieronder.

Dit onderzoek bestond uit drie fases:

  1. de steekproef nemen;
  2. data verzamelen bij de steekproef;
  3. een data-analyse uitvoeren.

Na een puntkomma volgt bijna altijd een kleine letter, tenzij na de puntkomma een naam of een woord volgt dat je altijd met een hoofdletter schrijft.

Hoe gebruik je de komma?

Met een komma geef je een korte pauze aan in een zin. Als je een zin voorleest, kun je vaak de plek horen waar de komma moet komen. Op dit punt in de zin hoor je een korte adempauze. Over het algemeen gebruik je komma’s op de volgende plekken in een zin:

Tussen twee persoonsvormen in

Als er twee persoonsvormen direct na elkaar staan in een zin, onderscheid je die van elkaar met een komma.

Dat diabetes voor deze doelgroep een relatief onbekend onderwerp is, blijkt uit de enquêteresultaten.

In opsommingen

Komma’s gebruik je in een opsomming in de lopende tekst tussen de woorden (behalve voor het woord ‘en’ dat gevolgd wordt door het laatste deel van de opsomming).

Het onderzoek bestond uit drie fases: de doelgroepselectie, de dataverzameling en de data-analyse.

Uitleg bij een zelfstandig naamwoord

Is een uitleggende bijzin bij een zelfstandig naamwoord bedoeld als toelichting en begint deze met het woord ‘die’ of ‘dat’, dan zet je de bijzin meestal tussen twee komma’s.

Let op: er is een verschil tussen beperkende en uitbreidende bijvoeglijke bijzinnen. Het onderstaande voorbeeld is een uitbreidende bijvoeglijke bijzin: de bijzin tussen komma’s is bedoeld als extra toelichting op ‘de deelnemers aan het onderzoek’. De bijzin beperkt de groep deelnemers over wie je het hebt niet; iedereen is via een willekeurige steekproef geselecteerd.

De deelnemers aan het onderzoek, die waren geselecteerd via een willekeurige steekproef, vulden ieder een enquête in.

Je kunt deze zin ook verwoorden als een beperkende bijvoeglijke bijzin. In dat geval is de betekenis als volgt: alleen die deelnemers die waren geselecteerd via een willekeurige steekproef vulden een enquête in. Naast de willekeurig gekozen deelnemers zijn er nog meer deelnemers die je hier niet benoemt. Bij dit type bijvoeglijke bijzinnen gebruik je geen komma aan het begin.

De deelnemers aan het onderzoek die waren geselecteerd via een willekeurige steekproef, vulden ieder een enquête in.

Voor voegwoorden

Voor voegwoorden als ‘omdat’, ‘maar’ of ‘zoals’ gebruik je vaak een komma. Let op: voor het voegwoord ‘en’ of ‘of’ is geen komma nodig.

Aan de representativiteit van dat onderzoek valt te twijfelen, maar dat is voor deze scriptie buiten beschouwing gelaten.

Nog meer tips voor interpunctie in je scriptie

Naast deze uitleg over de dubbele punt, puntkomma en komma, zijn er nog meer aspecten om rekening mee te houden qua interpunctie in je scriptie. Let bijvoorbeeld ook op deze punten:

  • Vermijd in scripties het uitroepteken zoveel mogelijk. Dit leesteken oogt schreeuwerig en staat niet professioneel.
  • Het vraagteken komt in scripties bijna alleen voor bij de onderzoeksvraag of bij suggesties voor vervolgvragen. Retorische vragen zoals ‘Wil je hier meer over lezen?’ zijn niet passend binnen academisch schrijven.
  • Dubbele aanhalingstekens gebruik je voor citaten; gebruik enkele aanhalingstekens voor zelfbedachte woorden of om nieuwe woorden te introduceren (bijvoorbeeld: “In deze scriptie wordt voor dit fenomeen de term ‘zelfkastijding’ gebruikt.”)

Jouw scriptie laten checken op taal en interpunctie?

Vind je het lastig om keuzes te maken over de juiste interpunctie in je scriptie? Kom je er niet uit hoe je je zinnen leesbaarder maakt? De editors van AthenaCheck helpen je om elke paragraaf helder te verwoorden. Zonder taalfouten en met de juiste interpunctie. Laat ons je scriptie nakijken op taal en eventueel op structuur en rode draad. We helpen je graag.