Bij descriptief onderzoek (beschrijvend onderzoek) ga je een fenomeen, een groep mensen of een situatie zo goed mogelijk beschrijven. Dit type onderzoek is het tegenovergestelde van empirisch onderzoek. Je probeert geen antwoord te vinden op de vraag ‘waarom?’, maar beantwoordt met dit type onderzoek een ‘wat’-, ‘hoe’- of ‘waar’-vraag. Lees hieronder wat descriptief onderzoek precies inhoudt en hoe je hierbij te werk gaat.
Wat is descriptef onderzoek?
Descriptief onderzoek is een type onderzoek waarbij je doel is om een onderwerp, fenomeen, situatie of populatie systematisch te beschrijven. Je gaat bijvoorbeeld eigenschappen van een populatie vaststellen, frequenties ontdekken of je verdiepen in recente ontwikkelingen.
Dit type onderzoek gebruik je vaak als er nog relatief weinig bekend is over jouw specifieke onderwerp of over een fenomeen. Het is dan nog niet mogelijk om te verklaren waarom iets gebeurt. Wel kun je - met descriptief onderzoek - als een soort vooronderzoek - vaststellen wat er gebeurt, in welke vorm het gebeurt en waar en wanneer het gebeurt.
Voorbeelden van descriptief onderzoek
Met descriptief onderzoek kun je allerlei soorten onderzoeksvragen beantwoorden. Dit zijn voorbeelden van onderzoeksvragen die passen bij descriptief onderzoek:
-
Hoe ziet het mediagebruik onder Nederlandse vijftigplussers eruit?
-
Wat zijn de meningen van psychologiestudenten aan de UvA over de statistiekcolleges?
-
Welke taalfouten maken Amerikaanse expats in Nederland als zij net zijn begonnen met Nederlands leren?
-
Hoe hebben de prijzen van benzine zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
-
Wat zijn de belangrijkste doeleinden waarvoor dertienjarige jongens TikTok gebruiken?
Welke onderzoeksmethoden gebruik je bij descriptief onderzoek?
Als jouw onderzoek descriptief is, kun je kiezen uit meerdere onderzoeksmethoden. Je ziet hierbij zowel kwantitatief onderzoek (onderzoek waar cijfermatige resultaten uit voortkomen) als kwalitatief onderzoek (onderzoek waaruit meningen, beschrijvingen of observaties voortkomen).
Het hangt af van jouw onderzoeksvraag en onderzoeksdoel welke onderzoeksmethode het best passend is. Je kunt bijvoorbeeld denken aan de volgende methodes:
-
Enquêtes. Hiermee kun je onder een grote groep mensen veel data verzamelen, zodat je bijvoorbeeld patronen of frequenties kunt ontdekken. Metia enquêtes kun je onder andere vaststellen hoe tevreden mensen ergens over zijn, welke meningen zij hebben of hoe vaak bepaalde eigenschappen voorkomen binnen een populatie.
-
Observaties. Bij enquêtes loop je het risico dat deelnemers sociaal wenselijke antwoorden geven. Ze antwoorden dan niet geheel waarheidsgetrouw. Met observaties voorkom je dit. Je observeert daarbij het gedrag van mensen in natuurlijke situaties. Wel is het hierbij belangrijk om systematisch en volgens een helder protocol te werk te gaan, zeker als je met meerdere onderzoekers werkt.
-
Interviews. Je kunt ook meerdere mensen uit je doelgroep uitgebreid ondervragen over een bepaalde gebeurtenis of een specifiek onderwerp of fenomeen. Met interviews krijg je vaak rijkere data dan bij enquêtes, omdat je dieper op het onderwerp kunt ingaan.
-
Case study. Bij een case study ga je volledig de diepte in om één specifieke gebeurtenis, fenomeen, persoon of groep zo uitgebreid mogelijk te beschrijven. Hierdoor kun je één geval in veel detail beschrijven. Houd er wel rekening mee dat de resultaten uit een case study meestal niet te generaliseren zijn. Daarvoor is grootschaliger onderzoek nodig.
Let bij het bepalen van je onderzoeksdesign en -methode altijd op de validiteit en betrouwbaarheid. Dat is belangrijk voor de kwaliteit van je onderzoek en resultaten.
Wat zijn de voor- en nadelen van dit type onderzoek?
De voordelen van beschrijvend onderzoek zijn als volgt:
-
De ecologische validiteit is hoog als je mensen in hun natuurlijke omgeving observeert of ondervraagt.
-
Je kunt heel gedetailleerde beschrijvingen geven van gebeurtenissen, fenomenen of een groep personen.
-
Het onderzoek is vaak relatief goedkoop om uit te voeren.
-
Het is mogelijk om meerdere vormen van dataverzameling te combineren. Zo kun je diepgaande interviews (om het fenomeen in detail te begrijpen) combineren met enquêtes (om te ontdekken hoe een grotere groep over dit onderwerp denkt).
Er kleven ook nadelen aan dit onderzoek, zoals deze:
-
Descriptief onderzoek is vaak wat breder ingestoken. Het is dus belangrijk om je onderzoeksvraag specifiek te maken, zodat je straks een helder antwoord op de onderzoeksvraag kunt geven.
-
Je kunt met dit onderzoek geen oorzaak-gevolgrelaties leggen. Je weet dus niet wat het fenomeen of een bepaalde ontwikkeling verklaart.
-
Statistische toetsen zijn niet mogelijk bij descriptief onderzoek.
-
Het is lastiger om het onderzoek te repliceren, vooral als je observaties hebt gedaan.
Welke statistiek gebruik je bij beschrijvend onderzoek?
Als je de data-analyse gaat doen bij beschrijvend onderzoek, moet je er rekening mee houden dat veel statistische toetsen niet mogelijk zijn. Je kunt met dit onderzoek immers geen oorzaak-gevolgrelaties toetsen. Daarvoor is experimenteel onderzoek nodig.
Wel kun je beschrijvende statistiek gebruiken. Denk daarbij aan frequenties, het bepalen van een gemiddelde of onderzoeken in hoeverre er spreiding is onder je populatie. In SPSS en Excel kun je dit soort beschrijvende informatie eenvoudig vaststellen met een simpele berekening.
Meer lezen over onderzoeksvormen?
Voordat je onderzoek gaat doen voor je scriptie, is het belangrijk dat je helder hebt wat voor type onderzoek bij jouw onderzoeksvraag past. Naast descriptief onderzoek bestaan er allerlei andere onderzoekstypen. Lees op onze site meer over de diverse typen onderzoek, zodat je de juiste keuzes kunt maken.
Lees bijvoorbeeld ook onze artikelen over deze onderwerpen:
Heb je eenmaal een goed onderzoeksplan liggen? Bekijk dan ook onze tips voor het starten met je scriptie. Zo ga je direct goed van start.